SV | En het volk zeide tot mij: Zult gij ons niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn, dat gij [aldus] doet? |
WLC | וַיֹּאמְר֥וּ אֵלַ֖י הָעָ֑ם הֲלֹֽא־תַגִּ֥יד לָ֙נוּ֙ מָה־אֵ֣לֶּה לָּ֔נוּ כִּ֥י אַתָּ֖ה עֹשֶֽׂה׃ |
Trans. | wayyō’mərû ’ēlay hā‘ām hălō’-ṯagîḏ lānû mâ-’ēlleh llānû kî ’atâ ‘ōśeh: |
En het volk zeide tot mij: Zult gij ons niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn, dat gij [aldus] doet?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het volk zeide tot mij: Zult gij ons niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn, dat gij [aldus] doet?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!